Column

Wokrestaurant

Gisteravond heb ik gegeten bij een wokrestaurant. Een bijzondere ervaring. Tijdens het eten in een wokrestaurant kreeg ik het idee dat alle bewoners van een woonwagenkamp er ook gezellig waren. Dat werd bij de entree van het restaurant al duidelijk, waar meer dikke vrouwen halfzware shag stonden te roken dan dat er binnen halfgare kipschnitzels werden besteld.

Binnen viel mij op dat er totale chaos heerst in een wokrestaurant. Eén grote teringbende. Zo is er bijvoorbeeld speciaal voor de kinderen een speelhoek ingericht. Daar stonden ook wat schaaltjes met komkommer, rijst en spareribs. Na een kwartier zag ik twee peuters kaal gekloven botten in een bak met lego smijten. Papa zag het niet: die stond zijn bord vol te scheppen met patat en mini-frikandellen. Mama was buiten ergens.

Geboeid keek ik naar de koks. Die zullen vast wel eens moeten uitleggen op een verjaardag wat voor werk ze eigenlijk doen. 'Ik ben een chef-kok. Best een goede al zeg ik het zelf. Ons restaurant zit altijd vol. Wat mijn specialiteiten zijn vraag je? Biefstuk. Of kipfilet. Maar ook over de gegrilde champignons ontvang ik goede reacties. Ze staan ervoor in de rij, hahaha. Gamba's begin ik niet aan. Te veel gedoe joh.'

Voor mij stond een lief meisje in de rij te wachten tot haar bord met rauwe groenten en vlees gewokt werd. Van tevoren vraagt de kok welke saus je erbij wilt. Deze kok sprak echter geen woord Nederlands en hij had een zichtbaar klote humeur. Een slechte combinatie. Iets wat klonk als suzz? siste hij als een valse nazi-officier richting het meisje. Die knikte alleen maar. De kok begreep er niks van. Dan maar geen saus.

Toen ging ik zitten op mijn plek. Vier hele dikke mensen naast mij waren net begonnen aan het dessert. Iemand waarvan ik uit ben gegaan dat het een vrouw was, had twee borden bij zich. Eentje compleet gevuld met spekkoek, de ander gevuld met fruit die ze stuk voor stuk ongeveer vijf minuten onder de witte chocoladefontein heeft gehouden. Trots zei de vrouw: 'Kijk, ik heb ook nog wat fruit gehaald.' Waarop haar zoon zei: 'Goed zo ma. Gezond bezig hoor.'

Tenslotte moest er afgerekend worden. Bij de kassa stonden vijftien extreem grote bakken tot aan de nok toe gevuld met snoep. Eerst zag ik een jongen van een jaar of tien een stuk of drie salmiak lolly's pakken. Eentje stak hij in zijn mond, de andere twee gingen zijn zak in. Toen kwam zijn vader voorbij lopen. Die keek vluchtig om zich heen en goot daarna snel de binnenzak van zijn jas vol met wijnballen, zijn broekzak met karameltoffee's en zijn mond vol met spek. De vrouw van deze man kwam nu ook de hoek om schuifelen. Ze had een grote handtas bij zich, opende de rits en keek vluchtig om zich heen.

Rick